Episode 32
# 32 - Het kampioensjaar 1962 van Fortuna Vlaardingen - Jan Bouman (eerder uitgebracht in de podcast serie "He Pa: Het sportleven in de jaren 60")
The crux of our discussion today centers on the remarkable 1961-1962 season of Fortuna Vlaardingen, a period that culminated in their triumphant acquisition of the championship title. We delve into the initial underestimation of the team's capabilities, as they were not anticipated to contend for the championship at the season's commencement. The unfolding narrative reveals a transformation as the season progressed, showcasing a collective effort that propelled the team into the upper echelons of the league. We explore the pivotal moments that shaped this journey, including notable matches and the fervent support of the local populace, culminating in an electrifying atmosphere during the decisive match against DHC. This episode not only revisits a significant chapter in the club's history but also reflects on the enduring legacy of that season within the community.
The conversation unfolds with a nostalgic reflection on the illustrious season of 1961-1962 for Fortuna Vlaardingen, a club that holds a significant place in the hearts of its supporters. The dialogue begins with a familial greeting, setting a personal tone as the speakers delve into the past. They reminisce about Fortuna's unexpected journey towards the championship, a season that was initially marked by modest aspirations. The discussion highlights the team's evolution from a group of newcomers to a formidable contender, emphasizing the pivotal moments that shaped their campaign. Through a series of matches, including a notable victory against Sittardia that drew a crowd of 10,000, the narrative illustrates the team's resilience and the fervent spirit of their fanbase. Moreover, the speakers dissect the camaraderie and the strategic insights provided by their coach, Rinus Goossens, whose passion for football galvanized the squad. The episode captures the essence of a community united by its love for the game, culminating in a championship title that resonated deeply within the local culture, despite the subsequent challenges faced in a promotional playoff against Heracles.
Takeaways:
- The 1961-1962 season marked a significant chapter in Fortuna Vlaardingen's history, culminating in a championship victory.
- Despite not being initial title contenders, Fortuna Vlaardingen defied expectations and achieved great success that season.
- A memorable match against Cittadia showcased the team's prowess, winning with a score of 5-2 in front of a large crowd.
- The camaraderie among players was pivotal, fostering a supportive environment that enhanced on-field performance.
- The culmination of the season led to an unexpected but joyous championship win against DHC, celebrated by thousands of fans.
- Fortuna Vlaardingen's journey throughout the season serves as a testament to teamwork, resilience, and the unpredictable nature of sports.
Companies mentioned in this episode:
- Sparta
- Fortuna Vlaardingen
- DHC
- Cittadia
- SVV
- Haarlem
- Willem II
- AGOVV
- Vitesse
- Cohert
- Stormvogels
- Heracles
Transcript
Hey pa.
Speaker B:Hallo jongen.
Speaker A:Pa, de afgelopen serie hebben we natuurlijk gesproken over je grote liefde Sparta.
Speaker A:Maar daarnaast is er natuurlijk nog een zeer grote liefde en dat is Fortuna Vlaardingen.
Speaker A:Waar je 12 jaar doorgebracht hebt.
Speaker A: e het hebben over het seizoen: Speaker A:Het topjaar van Fortuna Vlaardingen.
Speaker A:Het jaar waarin jullie uiteindelijk de titel wisten te behalen.
Speaker A:Maar aan een titel gaat natuurlijk een heel seizoen vooraf.
Speaker A:Ik ben benieuwd, waren jullie kampioenskandidaat aan.
Speaker B:Het begin van het seizoen?
Speaker B:Nee, niet.
Speaker B:Dat waren we niet.
Speaker B:We waren wat nieuwe jongens.
Speaker B:Het was echt om kampioen te spelen niet.
Speaker B:We moesten ook spelen om bij de eerste vier te eindigen.
Speaker B:Daar gingen we dan voor.
Speaker B:Maar niet echt voor een kampioensprogramma.
Speaker A:Nee, want die eerste vier was voor het kampioen, voor de promotie, voor het jaar erop, zeg maar, er zou een nieuwe indeling komen.
Speaker A:In dit jaar waren er nog twee eerste divisies waar jullie uiteindelijk dan, zeg maar, konden promoveren als je bij de eerste vier zou zitten.
Speaker A:Dus op die manier was dat voor jullie van belang.
Speaker A:Had je daar wel zicht op?
Speaker B:Wist je dat toen al?
Speaker B:Nee, dat kon je eigenlijk niet.
Speaker B:Fortuna deed altijd wel mee.
Speaker B:We zijn natuurlijk gedegradeerd, we zijn weer een keer geprobeerd.
Speaker B:Maar echt, echt, we waren dus niet een ploeg waar je zei, nou die gaan nu ergens aan meespelen.
Speaker B:Ja, we wilden, we hadden, dat blijkt natuurlijk ook later, die groep die we nu hadden, toen hadden we dat jaar.
Speaker B:Ja, het was geweldig.
Speaker A:Ja, ja.
Speaker B:Dat was echt, echt.
Speaker B:Met elkaar, onder elkaar, maar ook qua voetbal.
Speaker B:Ik begon met Sectoria thuis.
Speaker B:7.000, 8.000 mensen.
Speaker B:KFC, 7.000 mensen.
Speaker B:Ja, geweldig.
Speaker A:Je geeft ook aan, het was een hechtien.
Speaker A:Veel Vlaardens, toen nog.
Speaker A:Sommigen van jullie kennen elkaar al van kleins af aan, volgens mij.
Speaker B:Jong Baksteen neemt, daar heb ik vanaf de pupillen tot aan het einde van het seizoen met een onderbreking dat ik bij Sparta heb gespeeld.
Speaker B:We kwamen elkaar altijd tegen.
Speaker A:Jullie waren ook bekenden voor elkaar buiten het voetbal?
Speaker B:Natuurlijk, wij speelden...
Speaker A:Maar als we dan even nog terugkijken, naast die spelersgroepen is er ook altijd een trainer nodig.
Speaker A:Dat was toen Rinus Goossens.
Speaker A:In de vorige serie vertelde je al dat je daar erg gecharmeerd ook van was.
Speaker A:Goed kon vinden met hem.
Speaker A:Hij heeft je later zo nog een keer getracht naar de SVV te halen, wat je toen vertelde.
Speaker A:Wat voor type trainer was Rinus Goossens?
Speaker A:Hoe ging hij met jullie om?
Speaker B:Voetbal was zijn leven.
Speaker B:Het was altijd voetbal, voetbal.
Speaker B:Soms was het wel eens een beetje...
Speaker B:Gozers, is er wat anders?
Speaker B:Maar je ging toch zitten luisteren naar hem.
Speaker B:Hij had altijd wel goede dingen te vertellen.
Speaker B:Hij wist je ook wel te begeesteren.
Speaker B:Tenminste, zeker mij wist hij me altijd wel weer...
Speaker B:Het moet weer gebeuren, al is het alleen maar voor hem.
Speaker A:Ja, als je nu die trainers van tegenwoordig ziet, die zijn al vol met allerlei opdrachten en allerlei opstellingen en allerlei systemen.
Speaker A:Daar trainen ze ook al op.
Speaker A:Was dat in jullie tijd ook al?
Speaker A:Was dat meer conditie?
Speaker B:Tuurlijk.
Speaker B:Wij hadden bijvoorbeeld tegen het DHC die spits en toen heb je bijvoorbeeld Robbemond met Jansen in het centrum gezet.
Speaker B:Om die spits uit te schakelen.
Speaker B:Hij had wel bepaalde tactische dingen.
Speaker B:Ja, dat had hij wel.
Speaker A:Met welke soort opstelling speelden jullie toen?
Speaker A:Hoe werkte dat?
Speaker A:Ik hoorde vroeger wel eens over binnenspelers en buitenspelers.
Speaker B:Je speelde natuurlijk met elf mensen ook.
Speaker B:Maar dan had je een rechtsback, een linksback, een laatste man.
Speaker B:Dan had je een middenveld van drie mensen.
Speaker B:En vier mensen voorop.
Speaker A:Als jullie dan met Rien Schooizers op pad gingen, althans hij als trainer.
Speaker A:Hoe was een voorbereiding van een wedstrijd bij jullie?
Speaker A:Kwamen jullie samen op het complex?
Speaker B:Of hadden jullie een voorbereiding anders?
Speaker B:We hadden een zaak en daar kwamen we dan bij elkaar.
Speaker B:En dan rond je een kop koffie of limonade en je kon daar biljarten.
Speaker B:Ja, dat was eigenlijk de enige bijeenkomst.
Speaker B:Het veld op zich natuurlijk.
Speaker B:Ik heb nog een jaar bij Willem II gespeeld.
Speaker B:Toen zeiden ze dat ik er niet zo leuk aan moest houden.
Speaker B:Toen werd ik boos, dat kon ik niet hebben.
Speaker B:Het was niet het mooiste van het mooiste.
Speaker A:Jullie hadden geen zaal waar je een bespreking kon voeren.
Speaker A:Het was alleen onder de tribune.
Speaker B:Dat je even bij elkaar kwam.
Speaker B:Wij als fortuna mensen hadden daar geen erg in.
Speaker B:Wij vonden het geweldig.
Speaker B:Maar de tegenstander was er niet altijd zo gelukkig mee.
Speaker A:Een van de eerste wedstrijden speelde je gelijk al tegen Cittadia.
Speaker A:Cittadia was een van de kandidaten om voor de titel te gaan.
Speaker A:Dan speel je zo'n eerste wedstrijd en ik begreep dat je gelijk opviel.
Speaker B:Daar speelden we tegen voor 10.000 mensen, tegen Cittadia.
Speaker B:Een geweldige wedstrijd.
Speaker B:Elick Schwartz, de toenmalige bondscoach, zat op de tribune.
Speaker B:En we winnen die wedstrijd met 5-2.
Speaker B:Enorm.
Speaker B:Dat was een begin.
Speaker B:Geweldig, ik speelde ook...
Speaker B:Kijk, je kan wel eens zeggen, nou we hebben leuk gespeeld, maar je had wel in die wedstrijd erbij dat je zei, god, had je het naar je zin gehad?
Speaker B:Ja, toen wonnen we met 5-2.
Speaker B:Nou ja, dat was een begin natuurlijk tegen Citadia.
Speaker A:Geweldig.
Speaker A:En voor jezelf was het ook geweldig natuurlijk.
Speaker B:Ja, die wedstrijd scoorde ik drie keer.
Speaker A:Ja, voor de Spits is dat prettig.
Speaker B:Dat denk ik wel, ja.
Speaker B:Dat was toen, ja.
Speaker A:Dus dat is een mooie wedstrijd dus.
Speaker A:Goede opening van het seizoen.
Speaker A:Later speel je natuurlijk de echte derbies ook.
Speaker A:Tegen onder andere SVV uit Schiedam.
Speaker A:Dat was natuurlijk Schiedam-Vlaardingen toen al.
Speaker A:Het was natuurlijk heel bijzonder.
Speaker A:Uitspelden jullie waarschijnlijk ook voor heel veel publiek.
Speaker A:Maar vooral even die thuiswedstrijd, daar gebeurde toch wat nodige.
Speaker A:Tienduizend mensen aan de zijlijn, waarvan eentje uiteindelijk toch maar het veld in wilde lopen.
Speaker A:Dat was een Schiedamse groenteboer, begreep ik.
Speaker A:Wat gebeurde daar?
Speaker B:Nou ja, dat was een opstootje en er gebeurde eigenlijk nooit wat.
Speaker B:Kijk, bij Fortuna...
Speaker B:10.000 mensen, ik geloof dat er 4 of 5 politieagenten liepen.
Speaker B:Dat gebeurde eigenlijk nooit.
Speaker B:Tegen XCV ook, die aantal mensen.
Speaker B:Op een gegeven moment, we staan 1-0 voor en het is nog een minuut of 10 spelen.
Speaker B:Wat er precies gebeurt weet ik zelf nog niet, maar die groenteboer springt het veld op.
Speaker B:Zelfs de scheidsrechter kreeg nog een klop.
Speaker B:Die zegt stoppen, we moesten nog 9 minuten spelen.
Speaker B:Dat was niet leuk, heel vervelend.
Speaker B:Met zoveel mensen, dat zie ik nu.
Speaker B:Tienduizend mensen, maar dat stond allemaal door elkaar.
Speaker B:Er stond niet een vak dit of een vak zus.
Speaker B:Als ik nu bij Sparta ben, heb je vak dit, je hebt vak dat.
Speaker B:Maar daar stond alles door elkaar.
Speaker A:Schiedam en Vlaardingen.
Speaker B:Later met de kampioenwedstrijd tegen het DHC, precies hetzelfde.
Speaker B:Er stond alles door elkaar.
Speaker B:Nou, wat ik zeg, er is dus één keer een Westerse gestaken.
Speaker A:Het bijzondere daarvan vond ik eigenlijk wel.
Speaker A:Ja, je moet echt in Vlaardingen wonen of wel eens langs Vlaardingen rijden over de A20.
Speaker A:Maar besef wat ik las in oude verslagen, zeg maar.
Speaker A:Jullie speelden die negen minuten, moesten jullie overspelen.
Speaker A:Maar dat mocht niet met publiek.
Speaker A:Het moest zonder publiek spelen.
Speaker A:Maar wat gebeurt er vervolgens?
Speaker A: Er zijn toch: Speaker A:Maar ik begreep het goed dat die gewoon stonden op de nieuwe A20, op de dijk.
Speaker B:Wat nu de A20 is, dat is zonder publiek om het veld.
Speaker B:Maar er stonden 2.500, 3.000 mensen op de dijk.
Speaker A:Op de dijk van de A20.
Speaker B:Die waren bezig.
Speaker B:En er was een zandberg, want die wegen moesten aangericht worden.
Speaker B:En er stonden 2.000 of 3.000 mensen op de weg.
Speaker B:Toen, op de Rijksdag, te kijken naar die wedstrijd.
Speaker A:Ja...
Speaker A:Niet om het even aan te pamen, maar dat is volgens mij gewoon 100 meter afstand vanaf het veld.
Speaker B:Ja, tuurlijk.
Speaker B:Ze stonden niet vlak op het veld.
Speaker A:Er stonden gewoon 2.000 man.
Speaker B:Er stond gewoon een hoop ruimte tussen, maar ik kan je inleggen hoe we toen leefden.
Speaker B:Kijk, dit...
Speaker B:We hebben het er nu over.
Speaker B:Dit is gebeurd in Vlaardingen op voetbalgebied.
Speaker B:Dat zie ik nooit meer gebeuren.
Speaker B:Dat kan niet.
Speaker B:Kijk, je had toen ook...
Speaker B:Vlaardingen was toen...
Speaker B:Je kan niet hardop zeggen.
Speaker B:Je had natuurlijk veel clubs, maar er kwamen heel veel mensen naar Fortuna toe.
Speaker B:Ook van andere clubs.
Speaker A:Iedereen vond dat ook leuk.
Speaker A:Iedereen vond het leuk.
Speaker A:Bijzonder natuurlijk tegen SVV.
Speaker A:Uiteindelijk win je die wedstrijd.
Speaker A:Dat bleef 1-0.
Speaker A:Dat waren weer twee punten.
Speaker A:Toen hadden we nog twee punten.
Speaker A:Ander opvallende wedstrijd in dat seizoen is natuurlijk de thuiswedstrijd tegen Haarlem.
Speaker A:Speciaal voor jou zelf natuurlijk.
Speaker A:Want ik denk dat je een unieke prestatie toen had door in die wedstrijd vijf keer te scoren.
Speaker B:Ja, dat gebeurde in elke wedstrijd.
Speaker B:En ik heb toen dat seizoen...
Speaker B:Ja, nogmaals, als topscoorder moet je ook het geluk hebben van de wedstrijd.
Speaker B:Dat jaar ging dat met vaak uitstekend.
Speaker B:Ik schoorde dus toch wel regelmatig.
Speaker B:Dat was ook door het toedoen van je medespelers.
Speaker B:Met een Eddie van Wehl naast me.
Speaker B:Met een kleine Jan van den Berg.
Speaker B:En ook een Tommy Tamers.
Speaker B:René Hagenaars.
Speaker B:Dat waren voetballers.
Speaker B:Tommy Tamers, Jantje van den Berg.
Speaker B:En dan liep erachter een Sjaak Janssen, mocht hij nog weleens opkomen met de bal.
Speaker B:Jan Baksteen van rechts.
Speaker B:Dus ik kreeg ook de ballen.
Speaker B:En dan schopte ik ze gelukkig, dat jaar zeker, schopte ik ze nog weleens makkelijk in.
Speaker A:Ja.
Speaker A:Is het dan ook zo dat...
Speaker A:Ik kan me ook voorstellen dat andere aanvallers denken van ja, ik wil ook wel eens aan de beurt komen, maar jullie waren zulke vrienden van elkaar dat.
Speaker B:Dat ook echt...
Speaker B:Nou, ik weet niet of het vrienden waren, maar ik heb...
Speaker A:Jullie gunden het elkaar wel.
Speaker B:Ik heb daar nooit wat van gemerkt.
Speaker B:Eddie Verweel was dus eigenlijk dan ook de man die de doelpunten maakte.
Speaker B:Nou, Eddie Verweel had er net zoveel plezier aan in het eerste jaar als hij.
Speaker B:En ik andersom.
Speaker B:Dus wat dat betreft.
Speaker B:Nee, dat was helemaal niet aan de orde.
Speaker B:Nee.
Speaker A:Ik zag trouwens al die tegenstanders van jullie.
Speaker A:En als ik er even een paar tussen uitpik, dan denk ik dat het leuk is om daar uit te spelen in die stadions van de clubs waar jullie geweest zijn.
Speaker A:Maar ik zag Koert als tegenstander.
Speaker A:Ik zag AGOVV als tegenstander, maar ook Vitesse.
Speaker A:Toen nog volgens mij Monnikhuizen, als het goed is.
Speaker A:Was dat leuk?
Speaker B:Nou, Cohert bijvoorbeeld zeker.
Speaker B:Dat is dus niet zo goed gegaan.
Speaker B:Maar wij gingen dus naar Cohert toe.
Speaker B:En Cohert had grote plannen.
Speaker B:Die had je toen die militaire commandant, die was toen voorzitter geworden.
Speaker B:Ja, wij winnen daar met 2-1.
Speaker B:Dat was dus geweldig.
Speaker B:Nou, dat was leuk om mee te maken.
Speaker B:En je had Vitesse als tegenstander.
Speaker B:Dat waren inderdaad wel leuke wedstrijden natuurlijk.
Speaker B:We moesten ook naar Veendam, maar die hoorden er ook bij.
Speaker B: ewel je daar ook speelde voor: Speaker B:Met Frans de Munken nogmaals in de goal.
Speaker A:Eén van de mooiste stadions, denk ik.
Speaker A:Qua ligging is het natuurlijk Aangiel Verveen.
Speaker B:Midden in de bossen.
Speaker B:Geweldig, je moest alleen een stukje lopen om naar de kleedkamer te komen.
Speaker B:Maar het was natuurlijk ook een uniek veld.
Speaker B:Ook zoiets dat allemaal een beetje voorbij is.
Speaker B:Maar om daar te spelen was ook leuk.
Speaker B:Het was een prachtige omgeving.
Speaker A:Ja, AGHVV natuurlijk een fantastisch complex.
Speaker A:Je gaf net zelf aan, bij Fortuna was het natuurlijk qua accommodatie allemaal nog een beetje in de kinderschoenen.
Speaker A:Maar volgens mij hadden jullie wel een heel mooi veld.
Speaker B:Geweldig veld.
Speaker B:Het was echt, dat was heel bijzonder.
Speaker B:Wijle Jan Ploeg hadden we als terreinkennicht.
Speaker B:Daar moest je ook niet op het veld komen.
Speaker B:Want ja, dat vond hij prachtig.
Speaker B:En het veld was ook echt mooi.
Speaker B:Dus ja, dat was wel een voordeel.
Speaker B:En wat accommodatie verder betreft, of kleedkamers, ja.
Speaker B:Dan hadden wij helemaal geen pijn aan.
Speaker B:Wij gingen ons verkleden en douchen.
Speaker B:Je zag dat die mensen...
Speaker B:Nee, dat was geen probleem.
Speaker A:Nee.
Speaker A:Begreep ik nou dat jullie een keer met jullie team iets te veel geluceerde spelers hadden en daar moest iets aan gedaan worden?
Speaker B:Nou, toen liet de console...
Speaker B:Zondag wordt het moeilijk.
Speaker B:Hij zette een klomp buiten en liet er water in lopen.
Speaker B:Hij stond er morgens op en zei dat het geregend had.
Speaker B:We keuren het veld af.
Speaker B:Dat hoort een beetje overdreven.
Speaker B:Het had geregend, maar het was niet in die vaart.
Speaker B:Hij had zijn klomp en zei dat zijn klomp vol was.
Speaker B:We moeten het afkeuren.
Speaker A:Dat kwam jullie goed uit in die wedstrijd.
Speaker A:Een andere wedstrijd in dat seizoen was thuis tegen Eindhoven.
Speaker A:Die werd vanwege de weersomstandigheden net voor.
Speaker B:De wedstrijd...
Speaker B:Die was ook goed publiek.
Speaker B:Het regen, het veld was een modderpoel.
Speaker A:Zevenduizend man.
Speaker B:De mensen moesten weer het veld af.
Speaker B:Dat was een probleem.
Speaker B:Die hadden kaartjes gekocht.
Speaker B:Die wedstrijd moest overgespeeld worden op een donderdagavond.
Speaker A:Was toen bijzonder, denk ik.
Speaker B:Dat was bijzonder.
Speaker B:In de eerste plaats hadden we geen licht.
Speaker B:We moesten vroeg spelen.
Speaker B:Wij speelden op donderdagavond weer voor zevenduizend mensen.
Speaker B:Op een donderdagavond.
Speaker B: erdagavond gaat spelen en dan: Speaker B:Ik zeg het, Vlaardingen was toch wel verdunamijnend.
Speaker A:Andere wedstrijd die we willen bespreken is de wedstrijd tegen Stormvogels.
Speaker A:Die wedstrijd ging de geschiedenis in als de wedstrijd met de vier strafschoppen.
Speaker B:Ja, ook zoiets.
Speaker B:Nou ja, dat maak je natuurlijk ook praktisch nooit mee.
Speaker B:Maar dat jaar hebben wij van alles meegemaakt.
Speaker B:Het voetbal was ook goed.
Speaker B:We hebben ook een zeperd gehad.
Speaker B:Dat je met 3-0 verloor bij...
Speaker B:Ik weet het even niet.
Speaker B:Maar we speelden echt leuk voetbal.
Speaker B:Toen kregen we tegen Stormvogels...
Speaker B:Van de vier doelpunten waren er drie strafschoppen.
Speaker B:Eén werd er gemist.
Speaker B:Dat maak je natuurlijk niet wekelijks mee, drie strafschoppen.
Speaker A:Ik denk dat je niet zo boos was op die schuit.
Speaker B:Nee, ik weet niet.
Speaker B:Ik weet niet meer precies wat de oorzaak was van de strafschoppen, maar in ieder geval we kregen drie strafschoppen mee, of vier, en er werden er drie van gemist.
Speaker A:Dan gaan we richting het einde van het seizoen.
Speaker A:Vijf wedstrijden voor het einde.
Speaker A:Jullie waren inmiddels 1 van de kandidaten geworden voor de competitie om die top 4 te bereiken.
Speaker A:Daar speelden jullie voor.
Speaker A:Lange na geen kampioenskandidaat.
Speaker A:Ook toen nog niet.
Speaker A:Vijf wedstrijden voor het einde.
Speaker A:Want Cittadia stond toen bovenaan en die had vijf wedstrijden voor het einde, zeven punten voorsprong.
Speaker A:En in die tijd kreeg je maar twee punten voor een gewonnen wedstrijd.
Speaker A:Oftewel, als je dat vergelijkt met nu, zouden ze met vijf wedstrijden gaan nog tien punten voorsprong hebben.
Speaker A:Ja, dan is dat toch af.
Speaker A:Dan denk je van, ja, die worden gewoon kampioen.
Speaker A:Die hadden nog een wedstrijdje moeten winnen en één keer gelijk moeten spelen.
Speaker B:Maar wat gebeurde daar?
Speaker B:Ja, dat is niet te verklaren.
Speaker B:We hadden eigenlijk geen kans op kampioenschappen, dat is wat je zelf aanhaalt.
Speaker B:Maar het ging zo raar lopen.
Speaker B:Het liep zo raar.
Speaker B:Goed om een lang verhaal kort te maken.
Speaker B:De laatste competitiewedstrijd.
Speaker B:Stonden jullie ineens...
Speaker B:Drieën staan we bovenaan.
Speaker B:Wij spelen met DHC, Citardia en Fortuna.
Speaker B:En wij spelen tegen...
Speaker A:Toevallig tegen DHC.
Speaker B:Wij moeten tegen DHC.
Speaker B:Winnen wij die wedstrijd.
Speaker B:En verlies Citardia.
Speaker B:Dan zijn wij kampioen.
Speaker B:Dan spelen wij gelijk met DRC.
Speaker A:Dan zou Sittardia kampioen worden.
Speaker B:En Sittardia wint, dan wordt hij kampioen.
Speaker B:En wat er gebeurt, wij winnen dus van DRC.
Speaker B:En Sittardia verliest.
Speaker B:Dat was een sprookje.
Speaker B:Er moest natuurlijk rekening gehouden worden dat het kon gebeuren.
Speaker B:De accommodatie die ervoor was, de tv, alles was aanwezig.
Speaker B:De tribune moest ondersteund worden, want we waren bang dat die in elkaar zou storten.
Speaker B:Zoveel mensen zaten daarop.
Speaker A:Je begreep zelfs dat de tribune een dag van tevoren afging?
Speaker B:Die werd afgekeurd door de KNVB.
Speaker A:Toen moesten jullie met man en macht.
Speaker B:In de nacht...
Speaker B:En die hadden we toen gelukkig.
Speaker B:Toen hadden we ook veel vrijwilligers, zeker goede groepen.
Speaker B:En die hebben dat toen ook weer gerepareerd.
Speaker B:We konden dus spelen.
Speaker A:Televisie, moest op een dak gezet worden.
Speaker B:We hadden een soort auto, daar mocht in eerste instantie de tv niet op.
Speaker B:Nou, dat is ook ondersteund.
Speaker B:Het is allemaal doorgegaan, dus het kostte toch een diversiteit.
Speaker B:Het was heel veel mensen, 15.000 mensen.
Speaker B:Bizar hè?
Speaker B:Ik kon natuurlijk nog wel eens langs daar.
Speaker B:En ik heb ze vaak aangehaald.
Speaker B:15.000 mensen op dat ene pad.
Speaker B:Je had één ingang.
Speaker B:Als je nu naar het stadion gaat, dan heb je 24 ingang.
Speaker B:Eén ingang.
Speaker B:En alles liep door.
Speaker B:Dan denk ik bij mij, hoe zit dit?
Speaker A:En allemaal op de fiets.
Speaker B:Ja, de fietsen op de Riaulaan stonden tot het stadtoe, geloof ik.
Speaker A:En ik begreep ook 6.000 man naar Delft, van die vijftien.
Speaker B:Het was Fortunat.
Speaker B:12.000 kaartjes in de voorverkoop gedaan.
Speaker B:Het was gewoon gigantisch.
Speaker B:En 6.000 daarvan gingen naar Delft.
Speaker B:Nou, die waren ook zo uitverkocht.
Speaker B:Dat is een keer gebeurd in Vlaardingen met voetbal, maar dat kan niet meer.
Speaker B:Dat bestaat niet meer.
Speaker A:Maar jullie wisten dat Cittadia, begreep ik, die stond al vrij snel achter.
Speaker A:Dus het was voor jullie al vrij snel duidelijk dat degene die zou winnen in Vlaardingen kampioen zou worden.
Speaker B:En dat is ook gebeurd, natuurlijk.
Speaker A:Jullie winnen met 2-0.
Speaker A:Twee doelpunten van Eddie Verweel, je collega-spits.
Speaker A:Die wedstrijd was natuurlijk één, die was heel bijzonder, wat je net verteld.
Speaker A:Vijftienduizend man.
Speaker A:Dan word je kampioen, je gaat de schouders, het veld stroomt vol.
Speaker A:Vlaardingen is helemaal in repertoire.
Speaker A:Ik las zelfs dat de laatste twaalf minuten van jullie wedstrijd rechtstreeks werd uitgezonden op de landelijke radio.
Speaker A:Dat was ook bijzonder in die tijd.
Speaker A:Jullie waren s'avonds, was de wedstrijd op tv, op de landelijke televisie, te volgen.
Speaker A:Een samenvatting daarvan, een filmverslag.
Speaker A:dan worden jullie kampioen, je gaat de schouders, je gaat het veld af, je viert feest.
Speaker A:Maar dat is het dan nog niet, want vervolgens is er in de Stadsgehoorzaam in Vlaardingen, in het grote theater, is er nog een enorme receptie.
Speaker A:En als je de foto's mag geloven, stonden er gewoon duizenden mensen ook daar weer op straat.
Speaker B:Ja, daar kwamen ook weer heel veel mensen op af.
Speaker B:We hebben ook een rijtour-ervaring gemaakt.
Speaker B:Ja, dan vraag je je af, was dat niks afgesproken eigenlijk, maar waar de mensen dan vandaan komen?
Speaker B:Het was rijden dik langs de kant.
Speaker B:Ja, dat was genieten.
Speaker B:Dat was zo mooi.
Speaker B:Het is één van je hoogtepunten wat ik meegemaakt heb op dat gebied, zeker bij Futuna.
Speaker A:Heel bijzonder, bijzonder jaar.
Speaker A:Jullie speelden dus tegen DRC, daar nog even op terugkomend, daar speelde ook een Wim van der Gijp.
Speaker A:Van der Gijp is een bekende naam.
Speaker A:Volgens mij is dat de vader van...
Speaker B:Dat is de vader van René.
Speaker B:Die had natuurlijk ook bij Sparta gespeeld, heel toevallig.
Speaker B:Hij speelde nu bij DSV.
Speaker B:Goeie voetballer.
Speaker B:Ja, goeie voetballer.
Speaker B:Hij was bezig met het afscheid nemen van zijn carrière.
Speaker B:Later een goede trainer geworden.
Speaker B:Maar die speelde toen mee, ja.
Speaker A:Jullie werden kampioen.
Speaker A:Alleen, ja, wat is vervelende?
Speaker A:Je wordt kampioen en je promoveert toch niet naar de Eredivisie.
Speaker A:Want in dat jaar moest er toch nog een beslissingswedstrijd gespeeld worden tegen de kampioen van de andere divisie.
Speaker A:Eerste divisie.
Speaker A:En dat was Heracles.
Speaker B:En toen?
Speaker B:Nou ja, dat was ook zoiets.
Speaker B:Ik heb praktisch alle wedstrijden gespeeld en dan spelen er nog twee wedstrijden voor de Eredivisie en ik word thuis tegen Heracles.
Speaker B:Achteraf had ik misschien beter gelijk eruit kunnen stappen, maar dat wilde je niet.
Speaker B:Zulke wedstrijd wil je niet spelen met zoveel mensen.
Speaker B:Maar dan speel je een week later en dan blijkt dat die blessure zo opgezet is.
Speaker B:Ik kon echt niet spelen.
Speaker A:Jullie speelden de eerste wedstrijd thuis en er was een 0-0.
Speaker B:Dan moet je uit naar Heracles en dan kan je niet mee.
Speaker B:Ja, voor een voetballer of voor een sportman zijn zulke wedstrijden de mooiste die er zijn.
Speaker B:Ik ben er natuurlijk geweest.
Speaker A:Weinig publiek begreep ik.
Speaker B:25.000 mensen daarbij geraken.
Speaker B:Dan zit je langs de lijn.
Speaker B:Dat is veel erger dan in het veld.
Speaker B:Dat is niet vol te houden.
Speaker B:De zenuwen spelen dan zo door je heen.
Speaker B:Je kan niks doen.
Speaker B:Eigenlijk kan je het beter niet zien.
Speaker B:Maar je wil het toch zien.
Speaker B:Spelen had ik het liefst.
Speaker B:Ik heb het met Rinus Goossens.
Speaker B:We zijn tot zaterdag bezig geweest, alles geprobeerd, maar het ging echt niet.
Speaker A:Jullie stonden al snel 1-0 achter in die wedstrijd.
Speaker A:Uiteindelijk terecht toen we die wedstrijd verloren.
Speaker B:Fortuno speelde toen een hele leuke wedstrijd, heel goed.
Speaker B:Die schop in de blinde op 25 meter afstand in het kruis, prachtig doelpunt.
Speaker B:Hij maakte geen tweede.
Speaker B:Het is 1-0 omleven.
Speaker B:0-0 en 1-0, zo weinig heb het gescheld of je had eerder divisie gespeeld.
Speaker B:Als ik dat ook nog mee had mogen maken met Fortuna.
Speaker B:Dat is onthouden, maar dat is ook het enige vervelende.
Speaker B:Maar voor de rest was het een prachtig seizoen.
Speaker A:Ja, precies.
Speaker A: e seizoen was dus het seizoen: Speaker A:Fortuna begon niet als kampioenskandidaat.
Speaker A:Vijf wedstrijden voor het einde zag er ook helemaal nog niet naar uit.
Speaker A:Maar door een mondelijk verval van Cittadia.
Speaker A:die eigenlijk geen wedstrijd meer wist te winnen, kwamen jullie toch in de kampioensrace.
Speaker A:Je pakte de titel door te winnen van DHC met een geweldige ambiance van 15.000 man.
Speaker A:En in de beslissingsduel met Heracles moesten jullie helaas het onderspedelven.
Speaker A:Maar ik weet dat jullie de vijftig jaar daarna met heel veel plezier erop teruggekeken hebben.
Speaker A:We horen nu nog steeds mensen erover.
Speaker A:Pa, bedankt voor deze mooie samenvatting van dit seizoen.
Speaker A:Graag gedaan.
Speaker A:Wij gaan binnenkort verder met de fortune vlaggen.
Speaker A:Dank je.
Speaker B:Goed zo.